Een asielzoeker die zich met eigen geld vestigde in Doorn en er ruim 20 jaar woonde (1920 – 1941)
Georganiseerd door Hans en Paul toog de HMLC op 27 februari 2020 met 12 man sterk naar Doorn. Verzamelen bij ‘Frouke’. Het kleinste koffieshopje van Doorn, maar met de lekkerste appeltaart uit de regio. Daarna door naar het huis van de voormalige keizer van Duitsland, Kaiser Wilhelm II (tevens koning van Pruisen) voor een rondleiding in zijn voormalige ‘landhuis’ dat hij in 1920, na een gedwongen verblijf van twee jaar in Kasteel Amerongen, als asielzoeker kon kopen. Hij woonde er tot zijn dood in 1941 en is er met (Duitse) militaire eer begraven in zijn kleine mausoleum op het landgoed.
Bob kocht er in de museumshop het dagboek dat de trouwe adjudant van de keizer, die dagelijks met hem verkeerde, van 1918 tot 1941 bijhield en maakte er onderstaande samenvatting van.
Het dagboek van Sigurd von Ilsemann, vleugeladjudant van keizer Wilhelm II
In de nacht van 9 november 1918 vluchtte Keizer Wilhelm II naar Nederland en krijgt onderdak bij Godard graaf Aldenburg Bentinck op Kasteel Amerongen. Hij verblijft er anderhalf jaar en ondertekent daar ook zijn akte van abdicatie.
In mei 1920 verhuist Wilhelm met een hele hofhouding naar Huis Doorn. De met hem naar Nederland meegereisde adjudant Sigurd von Ilsemann houdt vanaf 1918 tot 1941 een dagboek bij.
Uit het dagboek komt een beeld naar voren van een ijdel, theatraal, praalziek en impulsief persoon die tegelijkertijd ook verlegen, gevoelig en intelligent is. In zijn optreden sprak hij dikwijls agressieve taal maar als het er op aankwam trok hij zijn handen af van delicate politieke- en diplomatieke zaken die aandacht vroegen.
Niet zelden veranderde hij zijn mening over personen of standpunten in bepaalde kwesties; van buitengewoon enthousiasme in grote afkeer; soms van de ene op de andere dag.
Opgevoed in de Pruisisch militaire traditie, werd hij een militarist pur sang met een grote voorliefde voor uiterlijk militair vertoon middels het uitdelen en verzamelen van medailles, vaandels en andere militaire eretekenen. Hij had vooral een grote passie voor uniformen en was zelf altijd in uniform gekleed.
Zijn leven speelde zich in feite alleen op het landgoed af en draaide om 3 grote thema’s; zijn excessieve passie voor houthakken, bomen omhakken en in stukken zagen, waarmee hij vrijwel dagelijks bezig was. De dochter van Bentinck schrijft op 30 oktober 1919 in haar dagboek dat Wilhelm zijn 11.000ste boom zaagde(!!), Ook na verscheidene jaren in Doorn was het landgoed rond Huis Doorn hierdoor grotendeels ontbost.
Daarnaast klampte hij zich vast aan het irreëel toekomstbeeld van terugkeer op de troon en tenslotte zijn “ rehabilitatie-gevecht” met Hindenburg m.b.t tot de kwestie over zijn “asielaanvraag “; was het een vlucht( gangbare mening) of was het op advies van Hindenburg? (Wilhelm)
Uit de aantekeningen krijg je niet het beeld van een antisemiet maar hij was uiteraard wel degelijk op de hoogte van de gebeurtenissen in de kristallnacht en de latere razzia’s tegen joden; je zou verwachten dat hij daarover protest geuit heeft; helaas.
Hij keek overigens minachtend neer op de nazi’s en hun ideologie, maar hij zond in juni 1940, amper een maand nadat Nederland in mei 1940 door het nazi-regiem was bezet, wel een gelukstelegram naar Adolf Hitler in verband met diens zege in Frankrijk.
Ilsemann schrijft dat het een initiatief was van zijn 2de vrouw, Hermine, die het nazisme zeer was toegedaan. Wilhelm zag, gezien zijn hoop op herstel van de monarchie, hierin een mogelijkheid de Führer gunstig te stemmen.
Door onze regering in ballingschap werd dit gelukstelegram aan Hitler gezien als verraad van, en ondankbaarheid voor, de gastvrijheid van Nederland, dat hem asiel had verleend.
Dit was een van de redenen om Huis Doorn na de oorlog te onteigenen van de Hohenzollern’s.
Goed begin van de dag in Doorn: Koffie met huisgemaakte appeltaart van Frouke.


Wie was hij? Hoe kwam hij in Doorn ? Hoe leefde hij er ?
(met dank aan de verhalen van onze rondleidster en aangevuld met gegevens uit Wikipedia)
In 1859 geboren als zoon van Vicky, de oudste dochter van Koningin Victoria en Prins Albert, was hij het eerste kleinkind van Koningin Victoria. Zijn vader, kroonprins Friedrich van Pruisen, was de zoon van de eerste Duitse keizer Wilhelm I, tevens Koning van Pruissen. Toen het machtigste land van het door Bismarck verenigde Duitse Rijk in 1871.
Een beknelling van de linker schouder tijdens zijn geboorte veroorzaakte een handicap van de linkerarm. Deze was niet volledig uitgegroeid. Zijn moeder trok zich dat zeer aan en zijn grootmoeder vertroetelde hem extra. Deze verwennerij met een opvliegend karaktertje maakte hem al op vroege leeftijd tot een moeilijk hanteerbaar jongetje. Zo heeft hij zich tijdens een familiebijeenkomst in Osborne House op vierjarige leeftijd nogal misdragen en zijn oom Albert, die op hem paste, gebeten en geschopt. Met blijvend lidteken. Onkel Bertie heeft toen al een hekel aan hem gekregen.
Met Pruisische discipline werd hem – met sterke tegenzin en tranen van drift – wegens het missen van een goede balans door de misvormde linker arm toch geleerd goed paard te rijden. Doorzetten werd hem al jong bijgebracht. Tijdens zijn studietijd werd de Engelse liberale traditie gestimuleerd. Zijn grootmoeder benoemde hem op 18-jarige leeftijd als Knight of the Order of the Garter. De liberale ‘Engelse school’ lag hem toch minder dan de meer strakke Pruisische regelmentaliteit. Zijn grootvader Wilhelm I merkte dat en benoemde hem op 21 jarige leeftijd als commandant van een elite eenheid in Potsdam. Dat was geheel in zijn straatje. Zijn autoritaire gedrag werd daardoor gestimuleerd.
Bismarck, de Rijkskanselier, zag in hem een sterkere persoon dan zijn vader en stimuleerde zijn ontwikkeling in de buitenlandse politiek waarbij hij de grootsheid van het Duitse Rijk mocht uitdragen. Hij ontwikkelde mede hierdoor een nogal ongenuanceerde visie op geo-politieke vraagstukken. Ook bleek er een stevige anti-semiet in hem te leven. Ottomanen en Marokkanen lagen hem meer.
In 1888 overleed zijn grootvader, de keizer. Zijn vader was toen al ziek (keelkanker) en overleed enige maanden later. De nog 29 jarige Friedrich Wilhelm Victor Albert werd daardoor Kaiser Wilhelm II, tevens Koning van Pruisen. Hij trad toe tot de gekroonde hoofden van Europa. Als ‘enfant terrible’ zoals later zou blijken.

Cousin Wilhelm achter de stoel van Onkel Bertie (King Edward VII)
Discipline, gecombineerd met eigengereidheid, is de rode draad in zijn leven geweest. Nog maar net twee jaar als keizer wist hij de Rijkskanselier Bismarck schaakmat te zetten die daarop zijn ontslag indiende. Een agressieve buitenlandpolitiek als toekomstvisie van de keizer lag er aan ten grondslag. De man met gevoel voor nuances en krachtverhoudingen in het Europa verdween van het toneel.
Geïnspireerd door het boek ‘The influence of Sea Power upon History’ droomde hij van een vloot zoals de Royal Navy. Hij noemde het ‘a fleet to rival that of my British cousins’ De Cowes Week van 1891, waaraan hij meedeed met zijn schoonerjacht ‘Meteor’ wakkerde die droom aan. Ook zijn zomerreizen met een luxere ‘Hohenzollern’ naar zijn zomerpaleis in Corfu of naar de Noorse fjorden hielp daarbij. Hij tekende zelfs ontwerpen van grote slagkruisers voordat hij in 1897 Von Tirpitz benoemde als chef van de Keizerlijke Marine met een navenant groot budget om te gaan bouwen.


Schoonerjacht “Meteor” in Cowes en Keizerlijk Jacht ‘Hohenzollern’ bij Venetië.
Door zijn isolement als autocraat gecombineerd met tactloosheid en zijn steunbetuigingen aan Hongarije en Oostenrijk vervreemde hij zich in de periode 1910 – 1914 van Rusland, Frankrijk en Engeland. Daarbij maakten de Britten zich zorgen over de megalomane groei van de Kriegsmarine.
Een lont in een onstabiel kruitvat leidde in 1914 tot het begin van WO I. Doordat in die zelfde jaren de door hem gedelegeerde bevoegdheid over het leger was overgedragen aan agressieve generaals van de Generale staf, vreesde president Wilson van de VS een militaire dictatuur in Europa. Reden waarom de VS de Britten en Fransen te hulp kwam.

Admiraalsuniform in Doorn (let op de kortere linker mouw) en uniform voor dagelijks gebruik. (met verdoezeld linker handje)
Tijdens WO I vervulde Wilhelm II nog slechts een decoratieve rol in het leger. De generaals en admiraals bepaalden de strategie en gaven de orders. Wel was de keizer veel ‘te velde’ op veilige afstand van de harde grove strijd. Aan Duitse zijde begon de taaie strijd zijn tol te betalen. In de Kriegsmarine vonden muiterijen plaats. In Berlijn roerden de socialisten zich steeds meer. Gevoed door Bolsjewieken in Rusland. In 1918 brak een revolutie uit in Berlijn. De keizer vroeg het leger met hem naar Berlijn te trekken om daar het oproer neer te slaan. Hij kreeg de handen niet op elkaar. Op 9 november 1918 proclameerden de socialisten in Berlijn de Republik Deutschland.
Vrezend voor zijn leven reisde hij op 10 november 1918 met zijn eigen trein en trouwe adjudanten vanuit het Belgische militaire hoofdkwartier in Spa naar Nederland en vroeg op het station Eisden asiel aan in Nederland. Vermoedelijk was er al een scenario gereed voor het geval dat. Brieven tussen vorstenhuizen hinten daarop met zinnen als ‘Was machen wir mit Onkel Willy ?’

Wilhelm als asielzoeker op station Eisden
De Britten konden zijn bloed wel drinken. Zo ook de Fransen en de Belgen. De Nederlandse regering verleende hem – ondanks buitenlandse druk tot uitlevering – nog die zelfde dag asiel en benoemde Graaf Bentinck, eigenaar van kasteel Amerongen, als zijn begeleider en toezichthouder. Immers, beiden waren Ridder van de Johanniter Orde en dienden elkaar als zodanig bij te staan in goede en slechte tijden.
En zo trok Wilhelm tot medio 1920 met zijn vrouw Augusta, de moeder van zijn zes zonen en enige dochter, plus een aantal getrouwen in bij de graaf in Amerongen.

…….in betere tijden
Alle bezittingen in Duitsland werden onteigend. Een belangrijk deel ervan verkocht. Van de geldsom die dat opleverde kocht hij in 1920 het landgoed Huize Doorn. Met als beperking dat hij slechts binnen een straal van 15 kilometer rond het landgoed vrij mocht bewegen. Reiskisten vol met persoonlijke goederen en meubilair waaraan het echtpaar gehecht was werden naar Doorn getransporteerd.
Een jaar na de verhuizing overleed Augusta in Doorn. Ze waren 40 jaar samen geweest. Na een rouwperiode stimuleerde de inmiddels 63-jarige Wilhelm bezoek uit Duitsland van oude bekenden. Zo kwam in 1922 een oude vriendin met haar zoon op bezoek. De weduwe Princes Hermine von Schönaich, 23 jaar jonger dan Wilhelm. Het klikte tussen die twee. Eind 1922 trouwden ze en trok Hermine in bij Wilhelm in Doorn. De toch beperkte ruimten in het huis werden heringedeeld, zodat Hermine , naast de gezamenlijke slaapkamer , ook haar eigen rustkamer en boudoir had. De kamer waarin Keizerin Augusta was overleden werd – ter herinnering aan haar – in onaangetaste staat gelaten en afgesloten.

Hermine en Wilhelm in 1932
Hermine was een felle voorstander van het National Socialisme. Onze voortreffelijke rondleidster vertelde dat Goering zelfs tweemaal in Doorn op bezoek is geweest op initiatief van Hermine. Ook zou er sprake zijn geweest van een stille verwachting dat Hitler na de grote overwinning in Europa de baas zou blijven en voor de vorm Wilhelm weer op de troon zou helpen. Uiteraard met Hermine dan als de vrouw naast de vorst.
In zijn testament had Wilhelm bepaald dat hij alleen in Duitsland begraven wilde worden als hij er weer als vorst zou terugkeren. Dat was hij niet toen hij in 1941 in Doorn overleed als oude man van 82. Met militaire eer is hij in bijzijn van alle Nazi hotemetoten in Nederland en zij die beschikbaar waren vanuit Duitsland in een hedendaags mausoleum aan de rand van zijn gazon links van het Huis Doorn bijgezet.

Die Beisetzung des ehemaligen Kaisers Wilhelm II. Unter Teilnahme einer großen Trauergemeinde und der Bevölkerung von Doorn wurde Wilhelm II. im Park des Schlosses Doorn mit militärischen Ehren beigesetzt. UBz: Reichsminister Dr. Seyß-Inquart, neben ihm Generalfeldmarschall v. Mackensen. In der 2. Reihe v.l. Admiral Canaris für den Chef des Oberkommandos der Wehrmacht, General der Flieger Christiansen für den Reichsmarschall (fast völlig verdeckt), Generaloberst Haase für den Oberbefehlshaber des Heeres und Admiral Densch als Vertreter für den Oberbefehlshaber der Kriegsmarine. Scherl Bilderdienst (Fritz) Juni 1941 “Fr” OKW ADN-ZB
Met respect voor de oude keizer heeft het Duitse leger zijn bezittingen permanent bewaakt na het vertrek van Hermine naar Berlijn. In 1945 is het landgoed door de Nederlandse staat geconfiskeerd met de originele inboedel. Het is nu een bijzondere attractie als ‘Huis met een Verleden’ en voor vele Duitse bezoekers wellicht een bedevaartoord. Met de vele persoonlijke prullaria, foto’s, schilderijen, en onveranderde inrichting zou de bezoeker zich niet verbazen als je op enig moment de heer des huizes in een kamer tegenkomt. Zeer bijzonder was o.a. het kamergemak in een kast in de badkamer en het verhaal uit de dagboeken over de gang van zaken aan tafel, kort samengevat:
De in KPN porselein gedekte tafel werd dagelijks hiërarchisch ingedeeld. De keizer kreeg als eerste een bord eten en viel meteen aan. De laagste in rang kreeg als laatste opgediend en moest hopen dat de keizer geen haast had zodat hij dan ook nog een hap kon nemen. Want zodra de keizer zijn bord leeg had volgende zijn commando ‘Afruimen’.
Een ware Pruis verloochent zich niet…..

In de Orangerie van het Huis werd na dit ‘intieme huisbezoek’ voortreffelijk geluncht. Met een opgefriste agenda voor de rest van het jaar en terugkijkend op een zeer bijzonder bezoek, met dank aan Hans en Paul, was het weer een mooie HMLC bijeenkomst.

Voor de agenda’s
26 maart regelt Bob een lezing over bijzondere franse architectuur (IGC aan het Rokin in Amsterdam)
30 april neemt Bonne ons mee naar de historie van de Pelgrims die enkele jaren in Leiden verbleven voordat ze naar New England verhuisden. (Lakenhal : per trein aanbevolen of Parking Lammermarkt)
28 mei verzorgt Aris een bezoek aan Singer Laren